Nieuwjaarsspeech burgemeester Robbert-Jan van Duijn

Het kan zijn dat schriftelijke tekst iets afwijkt van de uitgesproken tekst. Het gesproken woord geldt.

Dames en heren, beste mensen,

Het is mij een waar genoegen u van harte welkom te heten op de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Nieuwkoop en u allen een mooi, gezond en sportief 2025 te wensen.

Gelukkig nieuwjaar en de allerbeste wensen!

Het is toch altijd weer een mooi moment. Al die jaarlijkse nieuwjaarsrecepties. Elkaar de beste wensen, wensen. De hand schudden, ontmoeten, het glas heffen.

Meet daarbij altijd weer die speech van de burgemeester. Voor mij is dat wel een lekker moment.

Hét moment om als burgemeester eens even goed te vertellen hoe het allemaal zit. Terugkijken op het afgelopen jaar. Alle hoogte- en dieptepunten noemen. Vertellen wat we allemaal wel niet gedaan hebben en komend jaar nog gaan doen. Een heerlijke lange opsomming, van Fidel Castro-achtige proporties. Ik hou ervan.

En ondertussen staat u wat ongemakkelijk op uw horloge te kijken en neemt u stiekem alvast een slokje champagne. Dat gaan we vandaag dus niet doen. Lees of kijk alle eindejaarsinterviews maar terug voor deze opsommingen, die ga ik vanavond niet weer vertellen.

Ik wil het vanavond als volgt doen:

  • Ik ga u zo eerst feliciteren. 
  • Dan ga ik een verhaal vertellen. 
  • En dan ga ik een beroep op u doen. 
  • En dan. Dan proosten we op het nieuwe jaar. Met of zonder alcohol. 

We beginnen met de felicitaties, want ja, ik mag u feliciteren. Drie keer zelfs.

Allereerst feliciteer ik alle inwoners van Ter Aar met 750-jarig bestaan van hun dorp! Het is dit jaar namelijk precies 750 jaar geleden dat Ter Aar, of Ter Are, zoals het toen werd genoemd, voor het eerst werd vermeld. Dus aan alle Ter Aarders: van harte!

Als tweede mag ik u allen feliciteren met de gemeente Nieuwkoop. Want dit jaar is het precies 18 jaar geleden dat de gemeente Liemeer, Ter Aar en Nieuwkoop samen verder gingen als één gemeente onder de naam Nieuwkoop. Dus ook aan alle inwoners van de gemeente Nieuwkoop: van harte!!

En als laatste wil ik een heleboel mensen feliciteren die dit jaar hun 18e verjaardag mogen vieren. Aangezien onze gemeente 18 jaar bestaat en dat toch best een bijzondere mijlpaal is, leek het mij leuk om iedereen die in de gemeente Nieuwkoop woont en dit jaar 18 wordt, persoonlijk uit te nodigen voor onze nieuwjaarsreceptie. Wat fijn dat jullie er zijn. Een bijzonder welkom aan jullie allen. Ik ben blij dat jullie er zijn!

Ja, de gemeente Nieuwkoop bestaat dus 18 jaar. En dat is een mooie mijlpaal. Maar onze dorpen, onze gemeenschappen bestaan natuurlijk al veel langer. Met Ter Aar als mooi voorbeeld: dit jaar, 750 jaar.

Weet u wat ik zo mooi vind: ik spreek soms mensen die hier geboren en getogen zijn, van wie de wortels al generaties lang in dit gebied liggen. Maar ik spreek ook mensen die hier nog niet zo lang zijn, nieuwkomers onder de Nieuwkopers. Maar u heeft allen één ding gemeen: vrijwel iedereen vertelt mij dat ze zich hier zo thuis voelen. En laat dat nu net zijn waar ik vanavond het nieuwe jaar met u mee wil starten: thuis.

Dames en heren, jongens en meisjes,

Lang, lang geleden, op een plek hier niet zo ver vandaan… Trok een groep mensen rond op doortocht. Met wagens en paarden, met ouderen, kinderen, met gezinnen, met hun hele hebben en hun hele houden.

Die groep mensen was op reis. Niet omdat ze reizen nou zo leuk vonden, maar vooral ook omdat het moest. Het moest, omdat ze niet overal welkom waren. Omdat ze soms werden weggejaagd, op de vlucht moesten, of met de nek werden aangekeken. Omdat ze geen plek hadden die ze thuis konden noemen.

En op hun doortocht, kwam deze groep ook door dit gebied. Door, wat vandaag de dag, de gemeente Nieuwkoop heet. En aangezien de wegen er nog niet zo goed bij lagen als vandaag de dag, en het gebied ook toen al zeer drassig was, bleef één van de wagens steken in de grond en brak het wiel van de wagen. Het gebroken wagenwiel.

De groep mensen besloot hun kamp dan maar op te slaan en te blijven tot de boel gerepareerd was. Maar zoals u, jij en ik heel goed weten, verlaat je dit gebied niet zomaar weer, als je eenmaal bent neergestreken. Net als wij ontdekten ze de schoonheid van de natuur, de vruchtbare grond en het mooie gebied en besloten ze om nooit meer weg te gaan. 

Hun kamp groeide uit tot een nederzetting en die nederzetting groeide uit tot Nieuwkoop. En Nieuwkoop… groeide uit tot thuis. En waar ik Nieuwkoop zeg, mag u in dit geval ook Ter Aar horen, of Nieuwveen, of Woerdense Verlaat, of Langeraar, één van onze dertien dorpen, of wat u dan ook uw thuis moge noemen.

Ja, beste mensen, zo is volgens de legende Nieuwkoop ontstaan. Een groep Roma, of woonwagenbewoners met een kapot wagenwiel. Ik weet het… in werkelijkheid is het vast anders gegaan, maar zo luidt de legende. En zo’n mooi verhaal mogen we best blijven vertellen. Sterker nog, dat moeten we blijven vertellen.

Want als je het verleden niet kent, kun je het heden niet begrijpen en kun je de toekomst niet vormgeven. Want ja, de meeste mensen hebben het fijn in onze gemeente. Wonen hier goed en voelen zich thuis. En hoe fijn is het, dat we een plek hebben die we thuis mogen noemen?

Enige tijd geleden kreeg ik tijdens een opleiding die ik deed de vraag: “wat maakt dat je je ergens thuis voelt? Of wanneer voel jij je ergens thuis?” Mijn gedachten gingen op dat moment naar mijn zoontje Olivier, die, toen hij net kon praten, altijd zo heerlijk ‘thuis’ kon roepen wanneer hij de kerktoren van Nieuwveen zag. Ik heb u dat vorig jaar verteld. 

Thuis, is een plek van herkenning. Een plek van herkennen en herkend worden. 

Dat was mijn antwoord. Toen mijn beurt alweer voorbij was, bedacht ik mij dat ik veel meer had willen zeggen. Thuis is namelijk vooral een gevoel. Een gevoel van je ergens compleet veilig voelen, van jezelf kunnen zijn. Je thuis voelen is een gevoel, het woord zeg het al: thuis voelen

Maar naast een gevoel, is het ook een behoefte. Het heeft te maken met je op je gemak voelen, je prettig voelen of je veilig voelen.

Wanneer je thuis bent, ontspan je, doe je de dingen zoals jij wilt en laat je de dingen gaan die je niet wilt. Thuis is je masker afdoen en je oude joggingbroek aantrekken.. Thuis is bekend, vertrouwd, ontspannen. Thuis is 'waar je jezelf kunt zijn'.

Ik vind het opvallend hoe vaak het thema ‘thuis’ ter sprake komt in gesprekken die ik heb. Met jongeren, senioren, gezinnen, kinderen. Met mensen die hier geboren en getogen zijn of mensen die hier nog niet zo lang wonen: thuis is een thema.

Thuis.

Het is iets moois, iets fijns, iets van jou. 

Maar we weten maar al te goed - en zeker vandaag de dag - dat ‘thuis’ ook een bron van conflict kan zijn.

Israël. Palestina. Wiens thuis is het?

Oekraïne, Rusland. Wiens thuis is het?

Maar ook dichter bij huis, ook hier is ‘thuis’ niet altijd even makkelijk.

De één wil graag een huis, de ander wil graag z’n mooie uitzicht bewaren.

De één wil wel graag huizen, maar dan alleen voor de eigen inwoner, terwijl de ander ook de deuren voor nieuwkomers wil openzetten. 

De één vindt dat dan weer verschrikkelijk en de ander vindt het mooi.

De één leeft graag in alle rust en de ander wil graag veel levendige evenementen.

De één wil een weg graag afgesloten hebben en de ander…

Nou, u snapt het punt wel.

Let wel, het is niet aan mij om vanavond een oordeel over deze verschillende standpunten te geven. Dat doe ik ook niet. 

Maar ik zie wel dat ze ons, als we niet opletten, uit elkaar kunnen drijven.

Daarom wil ik u vanavond iets vragen. Ik wil u, ik wil jou, ik wil jullie vragen om thuis te geven.

Als goed voornemen voor 2025: thuisgeven.

Want, beste mensen, thuis, ons huis, onze huizen staan niet op zich. We wonen niet in een hutje op de hei. We hebben buren, we wonen in een straat, in een dorp, in een gemeente, in een land. 

Dat betekent dat we ons tot elkaar te verhouden hebben. Of in andere woorden: we hebben het maar te doen met mekaar. Of we het nou leuk vinden of niet, of we het nou met elkaar eens zijn of niet. 
Blijf in gesprek met elkaar!

Dat is wat ik van u vraag, wanneer ik u vraag thuis te geven.

Ik vraag u, om even uit de eigen bubbel te stappen en die van een ander proberen te doorgronden. Ik vraag u om te proberen écht te begrijpen wat de ander drijft. Waar de ander nou zo boos, of juist enthousiast over is. En ik vraag u om te proberen te zoeken naar het algemeen belang, in plaats van het individueel belang te laten prevaleren.

Want mensen die thuis durven te geven, die hebben we in deze tijd hard nodig. 

Mensen die initiatief nemen, die lef tonen. Die ondernemen, die durven. 

Maar ook mensen die zien wat de ander nodig heeft. Die stil durven te zijn als dat nodig is en zich uit durven spreken wanneer dat moet. 

Dát is thuisgeven. En dát is wat we nodig hebben.

Want de uitdagingen die op de gemeente afkomen zijn niet alleen uitdagingen van mij, of van het college, van de gemeenteraad of van de ambtelijke organisatie.

Nee, dat zijn onze uitdagingen.

En die uitdagingen vragen meer dan ooit om moeilijke besluiten. Want keuzes maken voor het groter belang, betekent vaak ook besluiten nemen die niet iedereen leuk vindt.

Ik vraag de gemeenteraad om ook komend weer thuis te geven en leiderschap te tonen. Niet iedereen die het ergens mee oneens is op de zeepkist hijsen, maar zelf ook weer eens die zeepkist op te gaan. Om uit te leggen waarom we soms moeilijke besluiten moeten nemen en waarom we het niet iedereen naar de zin kunnen maken. 

Ook dát is thuisgeven!

En dat vraagt van u, van onze inwoners, soms ook wat meer begrip.

Het komende jaar wil ik gebruiken om hierover met u in gesprek te gaan. 

Waar? Bij u thuis. In de huiskamer, op de plek waar u thuis bent. 

Ik ga mijzelf in al onze dertien dorpen bij iemand thuis uitnodigen en vraag willekeurig een aantal inwoners om met mij in gesprek te gaan. Of beter: om met elkaar in gesprek te gaan. 

Gewoon eens kijken wat er gebeurt. Wat we van elkaar kunnen leren. Hoe we verschillende groepen, leeftijden en achtergrond kunnen verbinden. Hoe we een beweging in gang kunnen zetten.

En vanavond, beste mensen, kunt u daar alvast een start mee maken. Jong en oud zijn hier aanwezig. Er is een heel aantal – bijna - 18-jarigen, die nog een heel leven voor zich hebben. Spreek ze eens aan. Stel een vraag, vertel iets. Maar bovenal: Praat met elkaar, vraag naar elkaars zorgen, doelen en dromen. 

Want wie het verleden kent, kan het heden begrijpen en de toekomst vormgeven.

Een mooi 2025!

Robbert-Jan van Duijn